Bospop 2011 op zondag: van snarenplukkers en de bovenmeester

Weert, zondag 11 juli 2011 - De laatste dag van het leukste festival van Nederland. Vorig jaar de dag van de finale en de anticlimax van Andres Iniesta. Nu een dag vol gitaarplukkers.

Ons programma begon met het rauwe stemgeluid van Jimmy Barnes. Schuurpapier optima forma. Deed me een beetje denken aan Roger Chapman. Het schijnt dat deze man al een tijdje bezig is, zelfs een hartprobleem heeft gehad, en nu rock 'n rollt alsof de duivel hem op de hielen zit. We hebben het staartje van zijn show gezien, maar dat smaakte naar meer.

Daarna Triggerfinger. Feestband der Belgen. Jongen, wat een energie kan die frontman oproepen. Snoeihard, swingend en ook een beetje donker. Ik werd er niet vrolijk van. Maar compromisloos. En wat een vervormingen haalt die man uit zijn gitaar.

Vervolgens de stoere jongens van Dunne Liesje op het podium. Sinds Phil Lynott zijn vergankelijkheid heeft bewezen, is het een beetje kwakkelen met Thin Lizzy. De boys mogen dan back in town zijn, ik heb ze wel eens beter bezig gezien. Dit voorjaar nog in Paradiso. Waarom willen sommige bands op festivals toch vooral de achterste rijen bereiken, terwijl de grootste liefhebbers vooraan staan? Het mag af en toe best wat subtieler. Maar met die leuke Lizzy-hits kan er eigenlijk ook weinig fout gaan.

Even een uitstapje naar de bloedhete tent. Want Walter Trout en zijn Lelijke Mannen Band speelde de blues zoals hij alleen dat kan. Met als hoogtepunt de slow blues 'Say Goodbye To The Blues', dit keer opgedragen aan Jeff Healey. Om stil van te worden.

En dan de moeder aller snarenplukkers: Joe Bonamassa! Verklaard held dezer blog! En de reden van het bezoek aan Bospop in de first place. Maar hoe zit dat nu met die Black Country Communion? Frontman Glenn Hughes herleeft oude Deep Purple-glorietijden. Van Jason Bonham hoef je ook geen subtiel ritmetje te verwachten. Derek Sherinian legt een stevig toetsenfundament. En daar bovenuit gloreert Bonamassa op gitaar. Ik denk dat ie dit bandje leuk vindt, omdat hij dan lekker gitaar kan spelen. Beetje op de achtergrond. Hoeft niet de hele show te dragen. En hij kan iedereen laten horen dat ie toch de beste is. Muzikaal haalt het niet bij zijn solowerk. Dus BCC hoeft van mij niet zo nodig. Op naar Bonamassa in Carre in oktober. Met ruimte voor de nuance.

Het afsluitende Dream Theatre. Ach, wat moet ik daarmee? Lekker naar huis!

Bospop 2011 op zaterdag: van oude trommelaar tot subliem feest der herkenning

Weert, zaterdag 10 juli 2011 - Bospop is het gezelligste festival van Nederland. Prima lokatie, niet te grootschalig en doorgaans voor de wat oudere muziekliefhebber een uitgekend programma. Zo ook de 31e editie.

Ons programma begon met de onnavolgbaar Limburgse Harrie & De Gebroeëke Zwiêgelkes, ofwel de geknakte lucifers. Ongelooflijk melige Weertse feestband, die stampende wereldhits in eigen Limbabse teksten omtovert. Zo gaat Bryan Ferry's Let's Stick Together opeens over een herdershond. En Ellis, who the fuck is Ellis wordt iets als Ellis, vertel 'ns waar mijn fricadel is. Clownerie op een stevige muzikale achtergrond.

Daarna Serena Pryne. Canadase Americana van een in Nederland wonend talent. Melissa Etheridge met een intensiteit van Dana Fuchs. Whisky Time binnenkort in het Ochtendhumeur draaien! Perfecte afsluiter.

Coldplace!. Goh, die hebben hun naam goed gekozen, dacht ik nog. Niet wetende dat het om een coverband gaat. Chris Martin perfect geimiteerd. Hoewel ik ook soms dacht dat John van den Brom toch niet naar Vitesse was gegaan. Maar verder heb ik niet zo veel met dat Coldplay.

KT Tunstall is natuurlijk vooral The Black Horse & the Cherry Tree. Lekker opzwepende popliedjes. Maar daar blijft het wel bij.

Tja, en dan Ringo & his All Starr Band. De man is net 71 en treedt voor het eerst op in Nederland. Want in Blokker was hij er even niet bij. Legendarisch, om een originele Beatle in Weert aan het werk te zien, vooral als de Submarine en I Wanna Be Your Man voorbij komen. Maar de man kan niet bewegen, niet zingen en af en toe kan ie nog net een beetje meetrommelen. Wat ie wel kan? Een fantastische band samenstellen. Edgar Winter, Rick Derrenger en Richard Page van Mr. Mister. Wat een strakheid, die band. Wat een klasse. Maar Ringo loopt er wat verloren en misplaatst bij.

Brian Setzer's Rockabilly Riot was een van de grote verrassingen van de dag. Zij werk kennen we wel: rockabilly van de bovenste plank. Maar met een bravoure en klasse gebracht. Alle Stray Cat-hits kwamen voorbij. Van Let's Rock this Town, tot Stray Cat Strut.

De deconfiture van een sinds-1974-held: Gregg Allman Band. Voor het eerst een van mijn oude rockhelden live aan het werk zien. Maar dat viel behoorlijk tegen. The Allman Bros. bestaan nog steeds en hebben met Warren Haynes, Derek Trucks en Chuck Leavell heel wat meer te bieden dan wat hier op het podium stond. Het ging allemaal op de automatische piloot. En de pauze tussen de nummers waren nog langer dan de nummers zelf. Alsof ze eerst moesten vergaderen hoe ze verder moesten.

Roxette. Nooit iets mee gehad. Wat afstandelijke radiohits. Zangeres ernstig ziek geweest en niet bijster gezond. Etenstijd!

En dan het hoogtepunt: Roger Hodgson. Mr. Supertramp. Ik heb Supertramp voor het eerst aan het werk gezien in pakweg 1975 in de Sittardse schouwburg. Maar wat Hodgson nu liet horen was subliem. De tent volledig uit zijn dak, alles van begin tot eind meezingen en desondanks een zeer strakke band. Hodgson was zichtbaar aangedaan door zoveel publiekswaardering.

Anouk als afsluiter. Geweldige performance van een vakvrouw. Maar na Hodgson kwam het op mij over als ook een beetje een verplicht nummer.